Knoop-popje in het Nederlands!!

Soms word ik gewoon op mijn wenken bediend (en jullie ook!). Johanna vertaalde voor ons het knooppoppetje naar het Nederlands, en ik mag het met jullie delen! (dit patroon vind ik het mooist, omdat er is gemeerderd bij de mouwen en dit ook niet gaat trekken).

 

Knuffeltje  met dank aan pezi888 van Ravelry

….kan knuffelen, troosten, aanmoedigen, of gewoon een glimlach op je gezicht toveren....

Snel gebreid, kan mee in elke (reis-)tas, en is een leuk cadeau

Materiaal:

35 g sokkenwol 4-draads:

ca. 5 g licht / effen voor het hoofdje

ca. 5 g voor het mutsje

ca. 22 g voor de pop

voor jonge kinderen beter sokken-katoen of katoen gebruiken, dit pluist minder

1 set breinaalden (5 st.) zonder kop  2,5 mm (of passend bij de wol)

vulmateriaal voor het hoofdje

een naald

enkele draden katoen in contrastkleur om steken stil te leggen

4 – 5 steken-marker

Afkortingen:

re = rechte steek

st = steek

kfb = 1 steek eerst recht breien, dan de zelfde steek een averecht breien (= 1 meerderen)

mark = steken-marker van de ene naar de andere breinaald overzetten

PM = plaats marker

RM = verwijder marker

k2tog = twee steken recht samenbreien

ssk = twee steken achter elkaar afnemen als of ze recht gebreid worden, terugzetten op de linker naald, in beide steken van achter insteken en samen breien.

Hoofd:

40 steken opnemen (4 x 10 steken) met de kleur voor het hoofdje,

begin en einde samenvoegen tot ronde, PM

22 toeren tricotsteek (rechte steken) breien

Bovenlichaam:

wisselen naar de kleur van het lichaam

1e toer:

Mark (begin van de toer)

5 re - PM – 5 re (1e pen)

5 re – PM – 5 re (2e pen)

5 re – PM – 5 re (3e pen)

5 re – PM – 5 re (4e pen)

2e toer:

Mark (begin van de toer)

4 re – kfb – mark – kfb – 4 re (1e pen) –  3keer herhalen  =>  48 steken

3e toer:

recht breien

4e toer:

Mark (begin van de toer)

5 re – kfb – mark – kfb – 5 re (1e pen) – 3 keer herhalen => 56 steken

5e toer:

recht breien

op deze manier doorgaan: in de even toeren voor en achter de marker een steek meerderen, tot dat er 17 steken voor en 17 steken achter de marker zijn.

Eindigen (NIET afkanten!) met 1 toer recht = 136 steken in totaal.

Armpjes stilleggen:

we zijn nu midden achter (begin van de toer)

17 st re breien, RM (1e pen)

34 st stilleggen (op een hulpdraad) RM

17 st re breien (2e pen)

17 st re breien (3e pen)  RM

34 st stilleggen (op een hulpdraad) RM

17 st re breien (4e pen)

Buik:

We hebben nu 68 steken op vier pennen, begin van de toer is midden achter

15 toeren tricotsteek in het rond breien

Benen:

We zijn weer aan het begin van een toer (midden achter), er zijn 17 steken op elke pen.

17 st re breien (1e pen)

17 st re breien (2e pen)

de steken van de 3e en 4e pen (=34 st) op een hulpdraad stilleggen

verdeel de 34 steken van de 1e en 2e pen op alle 4 pennen (9-8-9-8)

brei in het rond, begin van de toer is nu waar de draad hangt (“binnenkant van de benen”)

Het eerste been:

*ssk, re breien tot aan de laatste twee steken van de toer, k2tog

1 toer recht

ssk, re breien tot aan de laatste twee steken van de toer, k2tog

1 toer recht

ssk, re breien tot aan de laatste twee steken van de toer, k2tog  =>  28 st

3 toeren recht

**ssk, re breien tot aan de laatste twee steken van de toer, k2tog

3  toeren recht**

**  tot **  8 keer herhalen = 10 steken

neem 2 x 5 steken op de tegenover liggende pennen en kant deze samenbreiend af (“3-needle-bind-off”)

Het tweede been:

verdeel de stilgelegde 34 steken van het 2e been op 4 pennen (9-8-9-8)

begin van de toer is aan de binnenkant van de benen

1 toer recht

van * tot  ** op de zelfde manier breien als het eerste been en afkanten.

De draden netjes wegwerken.

De armen:

De 34 steken van een arm op 4 pennen verdelen, begin van de toer is “onder de oksel”

* 1 toer re  

**ssk, re breien tot aan de laatste twee steken van de toer, k2tog

1 toer re**

**  tot **  6 x herhalen = 20 steken

{ ssk, re breien tot aan de laatste twee steken van de toer, k2tog

3 toeren re }

{  tot }  4 x herhalen = 10 st

3 toeren re

afkanten als bij de benen

De tweede arm op de zelfde manier breien en de draden aan het begin en het einde netjes wegwerken.

Het mutsje:

42 st opnemen, een lange draad laten hangen (hiermee wordt het mutsje later aan het hoofdje vastgenaaid)

15 toeren tricotsteek in het rond

PM (begin van de toer) – 21 re – PM – 21 re

*mark – ssk – re breien tot aan de laatste twee steken voor de marker –  k2tog –  mark –  ssk –  re breien tot aan de laatste twee steken voor de marker –  k2tog

5 toeren tricotsteek**

van * tot ** herhalen tot dat er nog 10 steken over zijn

15 toeren tricotsteek

de steken afkanten zoals bij de armen en benen (3-needle-bind-off)

Afwerken:

van midden achter een dubbele draad langs de kleurwissel boven inweven en van binnen vast aantrekken en dichtknopen. Het hoofdje vullen en de bovenkant ook aantrekken en dichtnaaien – (dit gedeelte verdwijnt straks onder het mutsje)

Het randje van het mutsje een beetje oprollen en het mutsje op het achterhoofdje zetten en vastnaaien.

Aan de armen en benen knopen leggen als handen en voeten.

Wie wil kan er ook nog een gezicht op mazen.

Neem voor dit patroon een goed wasbaar garen (ook voor de vulling van het hoofdje), zoals Regia sokkenwol dat in kleur verloopt op korte stukjes. Of bijv. Scheepjes Softfun Batik, dat ook heel goed wasbaar is! (We hebben allerlei leuke garens + vulling in de winkel - kom je langs?)